Waar geld is wordt gespaard! Dat was ook het geval in het 14de-eeuwse Mechelen. In een beerputkuil op de hoek van de Scheerstraat en de Frederik de Merodestraat troffen archeologen van de Dienst Archeologie Mechelen verschillende spaarpotjes aan.
De spaarpotjes zijn uitgevoerd in lokaal, roodbakkend aardewerk en deels bedekt met een gestrooid loodglazuur. Ze zijn van het zogenaamde uitvormige type, maar met een beetje fantasie kan men er ook de vorm van een moederborst in herkennen. Naar het topje dat de pot afsluit wordt dan ook weleens verwezen als de tepel, en in de volksmond spreekt men van spaartieten. De symboliek hierachter is evident. Net als de melk in de moederborst stond de inhoud van het spaarpotje garant voor een vruchtbare toekomst, welvaart, overvloed, enz.
Net als onze spaarpotjes zijn de meeste exemplaren gebroken en niet langer volledig wanneer de archeoloog ze aantreft. Dit komt omdat men ze enkel kon ledigen door ze stuk te slaan. Op de foto kan je goed zien waar de hamer of een ander hard voorwerp de potjes heeft geraakt, namelijk net naast de geldgleuf. Tussen het pottenbakkersafval van de Arresthuissite werd echter een volledig exemplaar aangetroffen. Het gaat om een misbaksel, m.a.w. een mislukte pot, die nooit gebruikt werd.
Pas vanaf de 16de eeuw zien we in onze gebieden het klassieke spaarvarken opduiken. Ook hier is de symbolische achtergrond duidelijk. Men mestte het varken vet waarna het geslacht kon worden.
Spaarpotten worden vaak met (de aanwezigheid van) kinderen geassocieerd. De iconografische bronnen tonen hier en daar inderdaad kinderen met een spaarpot of spaarvarken in de hand, maar toch moeten we opletten bij de interpretatie er van. Zo werden bv. ook bedelaars weleens met een spaarpot in de hand afgebeeld.
Dana Piessens, specialiste (post)middeleeuws aardewerk