In Ieper werd door het Vlaams Erfgoedcentum (VEC) tijdens een archeologische opgraving een zeldzame laatmiddeleeuwse vondst aangetroffen: een daktegelfragment in grofkeramiek, aangepast voor een secundaire functie. Het is bewerkt tot een platte, cirkelvormige schijf (diam. 7,5 cm) met een centrale doorboring.
Doorboorde bouwmateriaalfragmenten werden wel gebruikt als visnetverzwaringen of verzwaringen voor de opzetdraden van weefgetouwen. De platte cirkelvorm, het formaat en de plaats van de doorboring wijzen echter op een andere functie, en voor een spinsteen is de schijf te groot.
De gebruikssporen bieden uitkomst. De centrale doorboring is zwaar afgesleten door een rondgaand schuurproces. De schijf heeft dus veelvuldig geroteerd rond een as. Ook de buitenrand van de schijf is zwaar afgesleten. Dus moet de schijf als een wieltje hebben gefunctioneerd.
We hebben dus een klein keramisch wiel, vervaardigd uit hergebruikte grofkeramiek. Gebruik in een technische opstelling, bijv. als een machineonderdeel in een werkplaats, is een mogelijkheid. Voor veel mechanische toepassingen is het wiel echter te groot of juist te klein. Het vervaardigen uit afgedankte dakbedekking wijst bovendien op incidentele huisvlijt. Dan ligt huisvervaardigd kinderspeelgoed meer voor de hand. Een wiel van een speelgoedkarretje zou heel goed kunnen.
Uit het zelf maken van speelgoed voor een kindje in het gezin spreekt zorgzaamheid. Die herinnert ons eraan dat ook de middeleeuwers mensen waren zoals wij, liefdevol en menselijk. Zo duister waren de duistere middeleeuwen niet…
Yvonne de Rue, materiaalspecialiste