De hier afgebeelde opgerolde plaatjes lood zijn gebruikt als netverzwaarders voor visnetten voor zowel zoutwater en zoetwatervissen. De plaatjes zijn in een eenvoudige vorm met een platte, ongeveer rechthoekige verdieping gegoten en vervolgens in repen gesneden. Deze repen wikkelde men dan als een buisje om de touwen van de visnetten. Lood is voor dit werk bijzonder geschikt omdat het zwaar is, maar niet – zo als andere metalen – snel corrodeert als het afwisselend nat en droog is.
De techniek van het verzwaren van netten met loden netverzwaarders kwam met de Romeinen in onze contreien, maar is ook daarna nog gebruikt. In de Lage Landen zijn tal van deze netverzwaarders in het water of in afvalpakketten in en bij Romeinse steden, dorpen en forten gevonden. Dit toont niet alleen de betekenis van de visvangst in deze periode, maar ook dat netverzwaarders makkelijk verloren gingen. Omdat vissers in de Romeinse tijd geen welvarende mensen waren, moet lood niet duur zijn geweest.
Lood was in die tijd vaak een bijproduct van zilverwinning. Het metaal uit zilvermijnen bestaat van nature namelijk vaak uit meer lood dan zilver. Doordat de Romeinen veel zilver dolven om hun soldaten met zilvermunten te kunnen betalen, was er ook veel, vrij goedkoop lood voorhanden.
Monica K. Dütting & Stefanie Hoss (specialist Romeinse vis & visvangst en specialist metaal)
Foto: Loden visnetverzwaarders uit Oudenburg
© Agentschap Onroerend Erfgoed Vlaanderen.