Tijdens opgravingswerken op de site van het DIVA museum te Antwerpen troffen archeologen van de stedelijke dienst archeologie grote aantallen aardewerk aan. Eén van de meer opmerkelijke stukken is een hoogversierde kan uit Noord-Frankrijk.
Zoals de naam laat vermoeden, onderscheidt het hoogversierd aardewerk zich op basis van de rijke versiering, die steeds gebruik maakt van een combinatie aan decoratietechnieken. Zo zien we hier het samengaan van loodglazuur, oplegwerk en radstempel. Het oplegwerk bestaat uit twee wielen, waarvan eentje met zeven en eentje met acht ‘spaken’, met daartussen groepjes verticale sliblijnen. De sliblijnen werden met een radstempel van inkepingen voorzien.
Uit Noord-Frankrijk zijn verschillende productieplaatsen bekend waar vanaf de tweede helft van de 12de eeuw hoogversierd aardewerk werd vervaardigd. Onze kan lijkt zowel qua vorm als decoratie aan te sluiten bij de producten uit Douai.
Het duurde niet lang voor de Franse kannen de lokale pottenbakkers gingen inspireren, en in de 13de eeuw vinden we dan ook in verschillende Vlaamse steden lokale imitaties terug. Vermits in Vlaanderen geen witbakkende klei dagzoomt, werd het kleurpatroon omgedraaid: witte slibversiering op roodbakkende vormen. Rechts een fraai voorbeeld van lokale productie uit Mechelen (BE), aangetroffen in een beerput van het Steen.
Dana Piessens, specialiste (post)middeleeuws aardewerk
Frans hoogversierde kan eigendom archeologische dienst stad Antwerpen
Hoogversierde kan uit Mechelen eigendom Onroerend Erfgoed Depot Mechelen (Depot Rato)