Deze zwaar gecorrodeerde tinnen lepel (links) werd aangetroffen door de archeologen van stad Mechelen tijdens opgravingswerken aan de site Euroshopping-Clarenhof. Als je heel goed kijkt, kun je nog zien dat de lepel aan zowel de binnenkant als de buitenkant versierd is met geometrische patronen. Lepels met een lepelbak die zo plat is en bedekt met geometrische versieringen hebben doorgaans op de binnenzijde een afbeelding van twee vissen, die kop aan staart in de lepelbak liggen. Ze zijn dan met een bandje dat van bek tot bek loopt met elkaar verbonden, zoals bij het voorbeeld uit Zeeuws Vlaanderen (rechts).
Lepels met twee vissen in de lepelbak werden vervaardigd in de 12de tot 14de eeuw en worden in heel Noordwest-Europa gevonden. De afmetingen lopen uiteen van het formaat van een hedendaags theelepeltje tot dat van een eetlepel. Raar genoeg is de lepelbak meestal vrij ondiep, zo dat er (bijna) niets uit gegeten kon worden. Je vraagt je dus af waarvoor deze lepels gebruikt zijn.
Hans van Gangelen heeft hierover een artikel in het magazine Vind geschreven. Hij noemt daarin de verschillende mogelijkheden, zoals gebruik tijdens de liturgie, voor magische rituelen of als huwelijksgeschenk. Maar omdat de symboliek van twee vissen die met een bandje van bek naar bek met elkaar verbonden zijn ook op doopfonteinen voorkomt, concludeert hij uiteindelijk dat deze lepels met de doop samenhangen en als doopgeschenk van de peetouders aan het petekind moeten worden geïnterpreteerd.
Meer weten over vissenlepels? Neem een kijkje op https://vindmagazine.nl/2020/10/31/heilig-of-profaan/
Stefanie Hoss & Jurgen van der Klooster