Deze musketkogel werd gevonden tijdens een metaaldetectie te Rijmenam en vertoont enkele bijzondere kenmerken. Wat al direct opvalt is de ruwe, kruisvormige inkerving. Tevens zien we een mooi ingesneden groef die de kogel in twee gelijke helften verdeelt. Via deze twee kenmerken kunnen we met grote zekerheid afleiden dat deze kogel werd gebruikt tijdens een militair treffen.
Om de mate van dodelijkheid van een afgevuurde musketkogel te vergroten werden kogels ingekerfd. Zo hakte men een loden kogel weleens in twee en werden de twee delen achter elkaar in het musket geladen. Deze twee helften vervormden dan aanzienlijk tijdens het afvuren, zodat de aangerichte schade bij impact groter werd. Dit ging echter gepaard met een gebrek aan accuraatheid bij het vuren en beperkte tevens de schietafstand waarbinnen de twee kogelhelften schade konden aanrichten.
Door de musketkogel kruisvormig in te snijden, ving men deze problemen grotendeels op en kwam men tot een gulden middenweg. Bij het afvuren zou de kogel als één geheel uit de loop worden geperst, wat ballistiek en dus schietafstand ten goede kwam, terwijl de inkervingen er op hun beurt voor zorgden dat de kogel tijdens de vlucht vervormde en meer schade veroorzaakte.
Wanneer men goed kijkt ziet men enkele gerasterde indrukken op de kogel. Deze zijn zeer waarschijnlijk veroorzaakt door het stukje textiel dat werd gebruikt om de kogel in de loop af te dichten t.o.v. het kruit. Maar als de bal daadwerkelijk werd afgevuurd, zal die wel geen doel hebben geraakt. Hiervoor is de kogel nog te mooi van vorm.
Stef Van Osta