Op de archeologische opgraving te Mechelen Begijnenstraat is een fragment van een zandstenen vijzel aangetroffen. Enkel de bodem is nog bewaard. De vijzel had een vierkante basis en een uitkragende kom met grepen op de hoeken. De grepen zijn paarsgewijs diagonaal identiek. Eén paar zit vast aan de wand en is in doorsnede driehoekig. Het andere paar staat deels los en heeft een ruitvormige doorsnede. Dit type vijzel stamt uit de 13de of 14de eeuw.
Een leuk detail is dat centraal op de bodem een verdiept puntje is aangebracht. Dit was houvast voor de steenkapper om de vorm uit te meten tijdens het vervaardigen. De buitenzijde van de vijzel is zorgvuldig glad gekapt en de binnenzijde is uitgehold met een puntbeitel.
De binnenzijde van de kom is door gebruik uitgesleten. De zandsteen is erg hard, dus de slijtagesporen zijn veroorzaakt door langdurig/intensief gebruik.
Toen de vijzel na lang gebruik uiteindelijk brak is het bodemfragment hergebruikt. Dit is te zien aan de gebruikssporen op de onderzijde. Op de basis is namelijk een laag zwarte as en/of roet zichtbaar. Bovendien zijn er breuklijnen zichtbaar die wijzen op thermische schokken. Vermoedelijk is het vijzelfragment ondersteboven ingegraven als deel van een haardvloer.
G. Gazenbeek en Y. de Rue, materiaalspecialisten
Opgegraven door Dienst Archeologie Mechelen