Naar aanleiding van #Werelddierendag laten we jullie kennis maken met de fragmenten van een beestig versierde kaarsenmakersbak. Naast kantelen en allerlei oplegwerk in witbakkende klei zijn de zijkanten gedecoreerd met een hondje en een leeuw met zwarte manen. In de kunst stond de hond vaak symbool voor (huwelijkse)trouw, en de leeuw voor kracht en moed. Of dit ook hier het geval is is onduidelijk. Een gelijkaardig bak, maar dan met draken, werd aangetroffen in Kasteel Souburg te Vlissingen (NL) (zie foto rechts boven).
Waar dienden deze bakken voor? Zoals de naam laat vermoeden werden ze gebruikt om kaarsen te vervaardigen. Concreet fungeerden ze als houder voor gesmolten was of vet waarin men een aantal aan een stok geregen pitten onderdompelde. Het vet werd niet rechtstreeks in de bak gegoten. Eerst vulde men de bak gedeeltelijk met warm water waarop het vet bleef drijven. Het water zorgde niet alleen dat het vet langer op tempratuur bleef, het nam ook onzuiverheden op. Vervolgens dompelde men de pitten verschillende keren onder tot een kaars van de gewenste dikte of met het vereiste gewicht was bereikt.
Kaarsenmakersbakken komen zowel in aardewerk als metaal voor en kunnen erg verschillen qua grootte. Onze bak heeft een vrij bescheiden formaat en werd waarschijnlijk voor kleinschalige of recreatieve thuisproductie gebruikt.
De bak werd opgegraven door Studiebureau Archeologie bvba aan de Tichelrij te Mechelen (BE). Het is niet het eerste exemplaar dat in Mechelen werd aangetroffen. Ook bij een opgraving in de Begijnenstraat kwam eentje aan het licht. Het ging echter om een model zonder decoratie.
Dana Piessens, specialiste (post)middeleeuws aardewerk
Voor meer info over de Zeeuwse kaarsenmakersbak zie https://www.erfgoedzeeland.nl/beeldbank-archeologie/overzicht/gietmalgietvorm-724-28/
Foto kaarsen – Valerie Everett – Flickr