Nu de zomervakantie officieel begonnen is presenteren we deze maand graag een vondst van voor onze Belgische kust. Dit tinnen zoutvat werd begin jaren ’90 opgegraven door ‘vzw maritieme archeologie’ tijdens de eerste Belgische onderwater opgraving in de Noordzee. Momenteel is het te bezichtigen in het MAS te Antwerpen. Het zoutvat was deel van een rijke vracht van een ongeïdentificeerd 16de-eeuws schip dat bekend staat als het Zeebrugge-wrak. Behalve vier identieke dergelijke zoutvaatjes werd ook ander tinnengoed aangetroffen zoals borden, lepels, een kan, en tal van objecten in messing, zoals kandelaars, vingerhoeden, ketels, tapkranen, etc.
Het zoutvat is ongeveer 9cm hoog en bestaat uit twee delen die met een scharnier verbonden zijn. Het gepunte deksel heeft bovenaan een versierd uiteinde in de vorm van een eikel. Deze deed dienst als handvat om het zoutvat te openen, en wanneer geopend deed het dienst als stand waarop het deksel kon rusten zodat het zoutvat niet zou omvallen. Onder de voet is een merkteken aangebracht in de vorm van een handje. Door de slechte staat van het merk is het niet mogelijk het object toe te schrijven aan een specifieke maker. Het toont wel aan dat het geproduceerd werd in Antwerpen.
Een heel gelijkaardig zoutvat wordt afgebeeld op ‘Het Laatste Avondmaal’ van Dieric Bouts. Bouts schilderde dit werk tussen 1464-1468. Deze specifieke vorm van zoutvat moet dus gedurende verschillende decennia populair geweest zijn.
Rik Lettany onderzocht deze en andere vondsten uit het Zeebrugge-wrak tijdens zijn thesis ‘The Zeebrugge-wreck. A forgotten early sixteenth-century merchantman off the Belgian coast’ aan de University of Southern Denmark.