Om goud te vinden hoef je echt geen archeoloog te worden. Maar zo nu en dan staat het geluk ook eens aan hun kant. Zo troffen de archeologen van de stad Mechelen in 2014, in een eeuwenoude beerput langs de Scheerstraat, een goudgulden aan van Ruprecht von der Pfalz, aartsbisschop van Keulen (1463-1480).
Ruprecht werd in 1427 geboren uit het adellijk geslacht van de keurvorsten van de Palts. Als derde zoon was een carrière in de kerk zijn beste garantie op wereldlijk succes. Die carrière begon glansrijk, met zijn verkiezing op 36-jarige leeftijd tot aartsbisschop, maar stokte al even snel als gevolg van financiële problemen en aanhoudende pogingen om zijn macht aan banden te leggen.
Verongelijkt stortte hij zich daarop in diverse politieke allianties en conflicten. Toen hij daarbij zelfs de Bourgondische hertog Karel de Stoute inschakelde leidde dit ternauwernood tot een oorlog tussen het Bourgondische en het Heilig-Roomse Rijk. De dood van Karel in 1477 en zijn eigen gevangenneming in 1478 bezegelden uiteindelijk zijn lot. Hij stierf in 1480 in gevangenschap in het kasteel Blankenstein.
De voorzijde van deze munt uit 1469 toont Christus op een gotische troon en het opschrift ROPERTVS ARC(he)PI(scopus) CO(loniae) (= “Ruprecht, aartsbisschop van Keulen”). Op de keerzijde prijken de wapenschilden van de Pfalz en de belangrijkste steden Keulen, Mainz en Trier, en het opschrift MONE(ta) NOVA AVREA BVNNE (= “nieuwe gouden munt, atelier Bonn”).
Bart Lauwers, numismaat