In de collectie van de MVSA (Mechelse Vereniging voor Stadsarcheologie) bevindt zich een prachtige chocoladekan, afkomstig uit een beerput op het perceel Paardenstraat 27 te Mechelen. Dit buikige kannetje op drie pootjes met schenklip en dekseltje is uitgevoerd in Staffordshire blackware, hoogwaardig Engels aardewerk (1745-1790). De kwaliteit blijkt uit de dunne wand en het zeer harde, fijne donkerpaarse baksel bedekt met een glanzend zwart glazuur. Dit aardewerk was één van de antwoorden van de Europese vroeg-industriële aardewerkindustrie op de toenmalige massale import van Chinees porselein.
Dergelijke kannen werden gebruikt voor chocoladedrank. Het schilderij ‘A lady pouring chocolate’ door J.-E. Liotard (ca. 1745) toont het gebruik van een metalen exemplaar. Het drinken van chocolade is een van oorsprong midden-Amerikaans gebruik, dat in de 17de eeuw door de Spanjaarden in Europa werd geïntroduceerd. In de 18deeeuw was het bij ons zeer populair, vooral onder de rijken, net als het drinken van koffie en thee. Aanvankelijk dronk men de gemalen cacao met water. Later werd hij lekkerder gemaakt met melk en soms met room, suiker en vanille. Zo ontwikkelde de drank zich tot onze chocolademelk.
Yvonne de Rue,
specialist (post)middeleeuws aardewerk