Dit fraaie kopje werd door Studiebureau Archeologie opgegraven aan de Tichelrij te Mechelen. Het werd industrieel vervaardigd en valt onder het zogenaamde white ware. Het handgeschilderd decor bestaat uit het Franse woord ‘espoir’ (hoop) omringd door guirlandes en bloemen. Decors met, vaak in het goud aangebrachte, namen en spreuk waren op het eind van de 19de en het begin van de 20ste eeuw erg in trek. Ze werden niet alleen op kopjes, maar ook op kommetjes, borden, melkkannetjes, suikerpotjes en ander serviesgoed aangebracht.
Dergelijk aardewerk werd vaak cadeau gedaan ter eren van verjaardagen, huwelijken, jubilea of communies. Speciaal voor kinderen decoreerden men zelfs kinderservies. Zo kon men bij een goed schoolrapport bijvoorbeeld een kopje schenken met de spreuk ‘voor Uwe vlijt’. Kortom voor elke gelegenheid had men een decor met bijpassende naam, tekst of spreuk.
Dit soort serviesgoed werd in onze streken vervaardigd, onder andere in de aardewerkfabrieken van Maastricht en Villeroy & Boch. Deze fabrieken produceerden niet enkel voor het Nederlandstalig taalgebied, en hadden een aanzienlijk aandeel van de internationale markt in handen. Dit is de reden waarom we naast Nederlandse opschriften ook Franse, Spaanse, Portugese, Scandinavische, Surinaams en Javaanse uitvoeringen terugvinden.
Dana Piessens, aardewerkspecialist